Ik heb vandaag gekozen voor de optionele excursie naar het grootste Boeddhistisch tempelcomplex in Zuid-Oost Azie. De andere opties (een eiland tour met de bus of een bezoek aan de kruiden tuinen) zag ik niet zo zitten.
De bus vertrok om 9 uur, dus lekker kunnen uitslapen. Zeker omdat ik gisteren al om half 12 in mijn bed lag. In totaal waren we met elf voor deze excursie; Anja, Bart, Bob, Eiva, Elke, Ilse, Jaap S, Jan-Willem, Peter, Rene en ik. De eerste tempel die we bezoeken is een Thaise Boeddhistische tempel. Dit kwam mij allemaal bekend voor omdat ik in Thailand ook al veel van die tempels bezocht heb. Je ziet bijvoorbeeld de Boeddha’s voor elke dag van de week en die van elke teken in de (Chinese) astrologie (ik ben geboren in het jaar van het paard). Deze laatste categorien kom je overigens in zowel Chinese, Thaise als Birmese tempels tegen. Er ligt ook een enorme liggende Boeddha, ooit de grootste ter wereld maar inmiddels zijn er 2 grotere. Er staan hier ook veel urnen in de muur van overledenen uit rijke families.
Tegenover de Thaise tempel ligt een Birmese tempel. Je ziet direct duidelijk verschil in het type tekeningen en houtsnijwerk. Bij de Thaise tempel is het veelkleurig, bij de Birmese tempel is het voornamelijk wit, rood en goud dat de klok slaat. We zijn hier nog even door een monnik gezegend en hebben in en om het complex nog wat foto’s gemaakt. Daarna zijn we doorgereden naar Kek Lok Si. Beneden hebben we eerst nog wat gedronken in een niet al te fris uitziend tentje (ik heb het zelf maar bij een cola-tje gehouden.. uit blik) en daarna eens rustig naar boven gewandeld. Het is hier wel een typische “tourist trap”, de trap omhoog is aan beide kanten volledig bezet met winkeltjes die voornamelijk rommel verkopen.
Kek Lok Si is het grootste Boeddhistische tempelcomplex in Zuid-Oost Azie. Het bestaat uit een groot aantal tempels en er wordt nog steeds bijgebouwd. Aan het begin van het complex kom je een vijver tegen die bezaaid is met schildpadden, een schildpad symboliseert “good fortune” voor Chinezen. Dat is ook de reden dat 60% van de bevolking op Penang Chinees is, het eiland lijkt namelijk op een schildpad. Na bezoek van een aantal van de tempels zijn we de pagode uit 1930 beklommen waar je een mooie overzichtsfoto kan maken met de skyline van Georgetown op de achtergrond. Wel een fikse klim, 7 etages. Vervolgens zijn we nog met een lift helemaal naar boven gegaan waar een 30 meter hoog beeld staat van de godin van de genade. Na dit bezoek werden we door de bus naar een winkelcentrum gebracht waar we zijn gaan eten. We hebben een taxi terug genomen want er kwam inmiddels weer een bui over.
Ik ben daarna nog wat gaan internetten en heb een filmpje gekeken op mijn laptop. Om 8 uur zijn we weer in de Red Gardens food court gaan eten. Allemaal heel lekker, alleen jammer dat ik hier telkens zo’n gevoel van verkouden zijn krijg, waarschijnlijk door al die ventilatoren die hier staan. Je zit constant op de tocht.
Foto’s van deze dag