Tien voor half 7 gaat mijn wekker, 10 minuten extra gepland omdat je eerst met een knop het douchewater moet opwarmen. Dat ging overigens niet helemaal goed omdat ik me alsnog met koud water stond af te spoelen. Prima ontbijtje en 8 uur staan we met 7 personen klaar voor de eerste excursie.
We gaan vanmorgen naar Ngamba Island, waar een naar Jane Goodall vernoemd opvangcentrum voor chimpansee wezen is gevestigd. Het druppelt al als we richting de boot gaan maar midden op het Victoria meer gaat het echt los. Het open bootje met dakje en de regenjassen waren beide niet bestand tegen het onweer, de regen en het ruwe water dat soms met golven naar binnen kwam. De tocht duurde zo ook een half uur langer dan gepland want door de hoge golven kon er niet echt gas gegeven worden.
We komen toch veilig (maar zeiknat) aan op het eiland dat bestaat uit 40 hectare regenwoud en er leven 49 chimpansees in een groep. Dat is veel te veel voor deze oppervlakte dus worden ze 4 keer per dag bijgevoerd. En dat levert dan ook weer geld op als toeristen zoals ik komen kijken. Het is wel een beetje een poppenkast maar het us voor een goed doel moet je maar denken. Later in de reis hoop ik ze ook nog in het wild tegen te komen. Gelukkig drogen we alweer wat op terwijl we naar het verhaal van de lokale gids luisteren. Het was even wat droger maar inmiddels komt het alweer met bakken uit de hemel. En natuurlijk had ik mijn regenjas vergeten uit de koffer te halen. Gelukkig heb ik voor nood nog een wegwerp poncho.
De regen neemt wel af als we naar de voederplek lopen waar de chimpansees al met veel ophef en kabaal zitten te wachten. Er zitten ook een paar jongen bij want ondanks de anticonceptie komt er toch nog wel eens een verassing langs. Het eten maakt ze een stuk rustiger en als alles uitgedeeld is trekken ze weer het oerwoud in. Wij varen weer terug in drie kwartier, nu wel met goed weer en rijden door naar de lunch waar we de rest van de groep weer ontmoeten. Die hadden vanmorgen niet veel gedaan want ook in Entebbe was het noodweer. We gaan nog even pinnen, 1 miljoen shilling (220 euro) en dan begint de lange rit naar Jinja. Onderweg rijden we ook nog even door het idiote verkeer van Kampala.
We komen iets over half 7 aan bij het Nile Porch hotel. Een paar mensen moeten verder naar de naastliggende lodge, prima want dit was volgens mij een van de plekken waar ik anders een kamer zou moeten delen. Ik zit in tent 4, maar een tent mag je het eigenlijk gewoon niet noemen. Het is gewoon een huisje van steen en hout, alleen de voorkant is van tentdoek. Er staan ook gewoon prima bedden in, alleen de badkamer en wc ogen wat primitief, maar verder helemaal prima. Alleen geen airco of fan en het is binnen nog steeds 26 graden… En ook geen WiFi. Na het diner en een gezellig afsluitend drankje is om 11 uur de temperatuur gelukkig gedaald naar een graad of 22. Nu maar eens zien of ik een beetje kan slapen met al die oerwoud geluiden buiten…
Route van vandaag
Foto’s van deze dag